dinsdag 10 maart 2009

Er kan altijd nog eentje bij...

Vrijdag 6 maart 2009

We begonnen wat nerveus aan de dag… Onze valiezen waren nog niet klaar, we hadden nog geen cadeautje voor de jarige. Tot 12u moesten we lesgeven, om 12u30 moesten we bij Uli zijn om op weekend te vertrekken.
Gelukkig is dit Afrika, en weten we al dat haasten voor niets nodig is. Rond 13u15 kwamen we bij Uli aan… Ook Christine was er, die ons naar Lake Tanganika zou vergezellen, en beter nog: ons er ook naartoe zou brengen!
Tasje koffie, gezellige babbel en om 15u30 konden we vertrekken… Dit is Afrika, en wij zijn al gewoon aan deze manier van doen.. We jagen ons niet meer op, we nemen vertrektijden al met een korreltje zout!
Goed, gepakt en gezakt konden we vertrekken… Hoe zou Lake Tanganika zijn? Wat gaan we voor de rest nog doen dit weekend? Hoe zal de familie waar we logeren meevallen? Zullen we er veilig geraken met Christines ‘karreke’?

Ik zou jullie de wegen willen beschrijven, maar kan het niet… Ik zou jullie foto’s willen tonen over hoe krankzinnig rijden hier is, maar ook dat zou jullie geen duidelijk beeld kunnen geven. Sommige dingen moet je met eigen ogen kunnen zien, voor je je er iets kan bij voorstellen. Putten over de hele weg, vol met water door het regenseizoen. Auto’s raken vastgereden… Putten, over de hele breedte, zodat je ‘de weg’ moet verlaten om nog verder te kunnen rijden. Stofwolken van auto’s voor je, dat je zelfs je eigen voorruit niet meer ziet. Officieel rijden ze hier links, maar eigenlijk rijd je gewoon waar geen putten zijn, als dat nu rechts of links is: It doesn’t matter.
3 uur moesten we rijden, voor we er aankwamen… In Afrika tel je niet in kilometers, maar in aantal uren rijden. Als je weet dat we in die 3 uur een kleine 100 kilometer hebben afgelegd, moet ik niet veel meer uitleg geven, denk ik?

Eenmaal aangekomen werden we zeer welkom onthaald. Ik blijf verbaasd door de gastvriendelijkheid, de vrijheid en openheid van de mensen hier. We kregen een hapje te eten (brood en… kip voor de verandering), een slokje te drinken en leerden iedereen wat kennen. Lynn en Grand waren de ouders, beiden van Zuid-Afrika. Dan had je nog Lorna, de zus van Lynn. Zij geeft onderwijs aan de kindjes, en woont daar in. Dat is in Afrika de normaalste zaak van de wereld. Inwonende broers en zussen, neefjes en nichtjes die worden opgevangen omdat de ouders dood zijn (meestal door aids),…Dan had je nog de 5 kindjes: Hope, Charlie, Olivia, Luke en Joel. Ieder op hun eigen manier zo fantastisch kinds.
Het huis was… adembenemend. Niet in de zin van schoonheid, grootte of architectuur. Wel in de zin van zelfstandigheid, praktisch en zo ongelooflijk kindvriendelijk. Ze wonen op een boerderij, en hebben eigenlijk een samenleving op zichzelf opgebouwd. Ze kweken hun groentjes en fruit, melken de koeien, maken boter, slachtten dieren om op te eten, maken drinken van de vruchten,… Echt, in Afrika heb je de ruimte om iets op te bouwen.
Weet je, in België zijn er zo’n 10 miljoen inwoners? Vergelijk maar even de grootte tussen België en Zambia, en hou dan in je achterhoofd dat er in Zambia 11 miljoen inwoners zijn!
Na een lange babbel, gingen we – veel te laat- gaan slapen.


Zaterdag 7 maart 2009

Om 5u30 liep de wekker af… Veel te vroeg, ook al zijn we het gewoon om vroeg uit de veren te zijn. Nu, de spanning en nieuwsgierigheid won het van de moeheid, en al gauw waren we klaar om te vertrekken. Nog vlug een boterham naar binnen, en om 6u15 waren we onderweg naar lake Tanganika himself. Eerst een uurtje op de o-zo-goede wegen van Mbala richting Mpulungu. Daar moesten we een hele tijd wachten op onze boot (Wachten… dat is één van onze specialiteiten geworden!). We wisten dat we zo’n uurtje op de boot moesten zitten, om in Isanga Bay aan te komen (een strand aan het Lake). Wij dachten echter een echte boot te zien, want we waren in totaal met 14 mensen. In Mpulungu hadden we met een ander gezin afgesproken, die ons zouden vergezellen naar Isanga Bay. De boot was echter… een groot uitgevallen kano. Ik lach plat van het lachen toen ik het zag, ik dacht echt dat ze een grapje maakten. Ik zag het niet voor me, met 14 op die boot, met alle bagage! Maar, ik had beter moeten weten. Hier is altijd nog plaats voor ééntje meer! Wij dus met 14 op die boot, FANTASTISCH… echt, die rust, die schoonheid van bergen rondom het meer… Zon op je snoet, gezellige mensen rondom je. Even waande ik me in een paradijs.

Goed, een uurtje op de boot, met heel wat belevenissen. De boot die stilviel, een speedboot die dat onderweg even kwam repareren, de benzine die op was en moest bijgevuld worden,… Het is leuk om te zien hoe wij ons aangepast hebben. De eerste weken gingen we in paniek schieten door al die problemen, gingen we boos worden van de slechte organisatie, gingen we ons opjagen omdat het maar niet vooruit ging.Nu ondergaan we, lachen we, en denken we ‘Wat zou het volgende zijn?’ Ik kan niet onder woorden brengen, hoe erg ik heb genoten.

Eenmaal aangekomen volgde een stranddagje. Met 13 mensen om je heen is het nooit echt rust, maar toch… Dat water, die natuur, wauw! We zijn een toertje gaan doen met een kano, hebben gesnorkeld en vissen gezien, ik heb een hele afstand gezwommen, en ook wat in de zon gezeten met zware gevolgen… Een verbrandde rug. Nu, de mijne is niets in vergelijking met Ilse… Je hebt rood en knalrood, en bij haar is het nog net iets erger dan het knalrood! Foto’s van ons als kreeftjes volgen nog!

De terugtocht met de boot verliep wat minder… Er was behoorlijk wat wind opgekomen, en we waren met een heleboel echt zeeziek. Toch was ook de zonsondergang op de boot iets wat in ons geheugen gegrift staat.Rond 19u waren we aangekomen met de boot, en dan gingen we eerst nog langs bij het andere gezin voor een kopje thee.
Daar hielden we een heuse ‘zonnebril’ party. Zij hadden 4 dozen vol met zonnebrillen. We hebben heel wat afgelachen, en elk van ons kreeg een zonnebril mee naar huis. Thuisgekomen nog een klein hapje gegeten, en weer een lange praatavond gehad.


Zondag 8 maart 2009

Deze morgen mochten we wat langer slapen. Door de vele dieren waren we echter al vroeg wakker, en hielpen we een handje mee bij het maken van het ontbijt.We zorgden wat voor kleine Luke (1jaar), en ik had een reuze ochtend met Lorna. Grappig, ze is wel 40 jaar, maar toch klikte dat goed met haar. Ze is zo grappig, zo open-minded, zo zorgzaam…
Dan vertrokken, in Lorna’s woorden: ‘the girls’ naar de Kalembo falls. Dit zijn de hoogste uit Afrika. Ze zijn wel smal, en niet zo héél spectaculair. De Victoria Falls in Livingstone zijn dan de spectaculairste…
Goed, we vertrokken met een auto vol meiden. Wat wordt gezegd over vrouwen en oriëntatie? Ok, we hebben het gezegde bewezen. We reden en reden maar, en normaal moest het zo’n 40 kilometer zijn. Na een 50-tal kilometer konden we plots niet meer verder… Er was een slagboom (of wat je een slagboom kan noemen). Er kwam onmiddellijk een man naar de auto, om te zeggen dat we de grens niet over mochten omdat het zondag was… Ik lach gewoonweg plat! We stonden op de grens van Tanzania, kun je dat geloven? Ik kwam echt niet meer bij, en Christine begreep maar half wat er aan de hand was. Nadat ze bekomen was van de schok dat we zo fout zaten, kon ook zij het grappige ervan inzien.Goed, terugkeren dus… We hadden een afslag gemist, maar eenmaal we de afslag gevonden hadden door veel te vragen, zagen we het probleem: ze hadden het bordje gestolen, dusja. Je kan hier een afslag niet zomaar onthouden: alle baantjes zien er hetzelfde uit!
Om 8u waren we vertrokken, om 13u waren we in de Kalembo Falls… Bezoekje brengen, en dan terugkeren. We hadden nog gepland om naar het moto-moto museum te gaan. Er volgde een kleine discussie, het was al na 14u30 en hadden nog niets gegeten. Nuja, we stopten en kochten voor elk een banaan, en gingen nog naar het museum. Schitterend! Over de historic van Zambia, best interessant. Christine en Lorna waren zeer goede gidsen. Dat museum, dat ligt echt in de middel of nowhere… Hoe kunnen ze ooit bezoekers hebben? De terugweg met de auto was zo machtig. We reden in de auto, op de slechte wegen, met alle ramen open. Kinderen zwaaien hier voortdurend naar ons, en ze roepen voortdurend ‘Money, give me money!’ 1 keer is grappig, 10 keer kan je het nog hebben, maar 50 keer dan heb je het wel gehad. We bleven echter het grappige van de situatie zien, en begonnen zeer overtuigd terug te zwaaien. Je voelt je echt een koningin die door de dorpen rijdt… Mijn hand was moe van wuiven, maar we hebben héél wat afgelachen! Ik ben the Queen, en Christine is ‘Mother Queen’. Lorna werd gedoopt als ‘Princess’.
Goed, tegen 18u kwamen we thuis aan, nogal uitgehongerd… Toen volgde een avond vol interessante gesprekken. Grand en Lynn zijn Zuid-Afrikaanse, maar blank. Wij hadden er nooit bij stilgestaan dat zij Afrika nog nooit verlaten hebben, en eigenlijk echt Afrikaans zijn. Doordat ze blank zijn blijf je denken, onbewust, dat ze Europees zijn. Toen Grand vroeg waar wij woonden, in een dorp of stad, moesten we allebei antwoorden dat we in een dorpje woonden. Toen volgde echt een grappige conversatie. Hij zag een dorp zoals een Afrikaans dorp: geen elektriciteit, geen TV,computer,internet… Geen winkels, niets!Toen probeerden we uit te leggen dat je een stad van hier kan vergelijken met een dorp van bij ons… Maar, sommige dingen zijn gewoon niet uit te leggen…Nu, na een uur leken ze het wel te begrijpen. Lynn en Grand zijn rijke Afrikanen. Ze hebben computers en internet, ze hebben elektriciteit en al wat hun hartje belangt. Zij zijn nog in staat om zich iets anders dan een dorpje voor te stellen. Andere inwoners uit het dorp kunnen dat jammergenoeg niet. Vaak hebben ze hun dorp nog nooit verlaten.



Maandag 9 maart 2009

Vandaag bezochten we een marktje met alle girls. Heel wat stofjes gekocht om kleren uit te maken, souvenirs gevonden en gewoon gezellig wat gewandeld. Het was een rustige markt, en het deed echt deugd om eens niet aangeklampt te worden. Enkel in de vismarkt kregen we het lastig met alle aandacht, dus daar hebben we snel doorgewandeld.
Na de markt nog wat gebabbeld, geholpen met de voorbereiding van de lunch en… Lorna overtuigd om mee te komen naar Kasama. Morgen zouden ze sowieso naar Kasama komen, om inkopen te doen en ze moesten nog wat bezoeken doen. Lorna kon gerust nu al meekomen om hier wat rond te hangen! Flexibiliteit, een andere factor die we hier zullen geleerd hebben…Nu zijn we terug thuis, moe maar voldaan. Voldaan is niet het juiste woord… Ik kreeg een energiestoot van deze trip. Het was echt vakantie, genieten, gezellig samenzijn. Het wordt moeilijk om van alle mensen afscheid te nemen, het wordt hard om te beseffen dat je hen wellicht nooit meer terug ziet. Echt, iedereen doet zo zijn best voor ons, ze zijn zo fantastisch! Ik heb een superweekend achter de rug, en nu is het ‘back to reality’. Schoolwerk voor morgen voorbereiden, spullen uitpakken en dan naar bed!

We genieten, snuiven alles op en proberen het ook vast te houden… We leren bij, leren nieuwe mensen kennen en zien al het rijke in deze arme wereld. Alles komt op zijn pootjes terecht, als je het de tijd geeft om je aan te passen. De vele veranderingen zijn nu ook voor ons gewone dingen. We houden van Afrika, met ons hele hart…

Met heel veel liefs na dit mooie weekend,
Ilse en Lies.

Geen opmerkingen: